Orito's, yuca en jugo's.

 

Ik heb het erg naar m'n zin vandaag, terwijl eigenlijk veel dingen min of meer ‘tegenzitten’. Maar schijnbaar is dat totaal oninteressant ten aanzien van mijn stemming.

Jaja, Carlos stuurde gisteren niet alleen een berichtje, hij kwam een uur eerder dan hij met dit berichtje afsprak te komen. Ik heb me toen een beetje teruggetrokken, omdat ik auto's heel oninteressant vind. Vanaf een afstandje hoorde ik wel grote stukken van het gesprek. En vooral veel lachen; ze konden het goed vinden samen, Eric en Carlos.

Tot mijn schrik hoorde ik Eric uitleggen hoe wij auto's uitkozen: hij zoekt wat auto's uit op basis van prijs, vermogen, ouderdom, kilometerstand, etc, en dan vraagt hij mij te mediteren over zijn selectie en te kijken wat er dan uitkomt. Vervolgens voelt hij er nog eens over of dit voor hem ook klopt.

We zijn natuurlijk in Ecuador op basis van ingevingen uit meditatie en dergelijke, maar om dat dan aan een vreemde meteen maar te zeggen, vond ik wel spannend. Tegelijkertijd vind ik het erg goed dat Eric de beslissing heeft gemaakt er gewoon voor uit te komen dat we dit zo doen. Dus naast ongemak (wat meer te maken heeft met 'hoe ziet Carlos mij/ons nu?') voelt het ook goed.

Dus ik liet m'n schrik weer gaan. Als ze het gek vinden, dan is dat zo. Dat was in Nederland ook aan de orde van de dag en dat schijnt dus gewoon in mijn leven te horen, als ik ‘mezelf’ wil zijn. (En DAT ik ‘mezelf wil zijn’ moge duidelijk zijn. ;-)

Carlos bood meteen zijn hulp aan. Hij gaat aan de slag om de autohandelaren te benaderen van de auto's die we uitkiezen en afspraken voor ons te maken om ze te bezichtigen.

 

De rest van de dag waren we gisteren helemaal ingestort. Tot 14 uur zo fit als een hoentje en na 14 u moesten we ons uiterste best doen om onze ogen open te houden.

S’ avonds kwam de huiseigenaar aanzeilen, aardig vermoeid van zijn rare werktijden (van 6 uur tot 21 uur) en wat chaotisch. Hij kreeg ook even een vriend op bezoek en we hoorden ze buiten praten en roken de geur van wiet als een windvlaagje naar binnen dreef.

Om wakker te blijven keken we een gedownloade aflevering van 'Helemaal het einde'. Zeker nu Karel en An er in te zien zijn, is het erg leuk (voor de mensen die bekend zijn met het Dagelijks Bestaan in Zutphen, die weten wel wie Karel en An zijn ;) ).

Zodra de aflevering ten einde was, verdween ook de vriend van Jose (de huiseigenaar). Jose liet ons weten dat hij nu wel tijd had om ons wat te vertellen over de omgeving van Quito en bezienswaardigheden. Vanwege de joint en het bier (volgens mij op lege maag) was hij wel erg van de hak op de tak, waar hij zich ook de hele tijd voor verontschuldigde. Ook vertelde hij meer over zijn jeugd en de relatie met z'n ouders en hoe zijn vader hem een baan aangesmeerd had, dan hij misschien gewild had... ;-)

We hebben wel een goed beeld van de bezienswaardigheden nu, dat wel.

Dankzij Jose bleven we zowaar tot 22.30 u op! Dat was heel fijn; de dagen hiervoor waren we blij als we 21 u haalden. En dan lagen we s ‘nachts van 3 tot 5 wakker en kwamen niet goed in een 'ritme'. Deze nacht wel dus.

 

Vanochtend kwam er ineens geen water meer uit de kraan en Jose was alweer op een ongoddelijk vroeg tijdstip vertrokken. Er was ook een werkster in huis, die alleen Spaans sprak. Maar ik meende haar te horen zeggen dat de watertanks leeg waren. We stuurden Jose een app, maar die reageerde niet, dus kreeg zijn moeder, Maria, er ook een van ons. Zij belde meteen de werkster om te verifiëren wat er aan de hand was.

Ze zou over een uurtje langskomen. Zij had ons ook opgehaald van het vliegveld en is een heldere dame van over de 50. Op ons maakte ze de indruk van een ‘matriarch’ te zijn. Maar nu we haar man ook ontmoet hebben, denk ik dat ze beiden vrij sterk zijn. Sowieso is er een mentaliteit van ‘keihard werken’ bij de Ecuadorianen die we tot nu toe ontmoet hebben. Samen een paar full time banen tegelijk hebben is vrij normaal hier.

Ze wist dat we een bankrekening wilden openen en maakte daar ook meteen werk van toen ze er was. Ze nam ons op sleeptouw naar de bank. (Ik vraag me echt af hoe je al deze dingen moet doen als je geen Spaans spreekt, want het gaat erg rap. En ook is het vrij zeldzaam dat een Ecuadoriaan Engels spreekt.)
Ze had zich er die ochtend kort in verdiept en besloot dat we alleen ons paspoort nodig hadden en een bewijs dat we op een adres woonden. Daar liet ze haar adres wel voor lenen. Ze nam een afschrift van een elektriciteitsrekening mee.
Na een half uur in de bank op onze beurt wachten, bleek dat er een hele lijst ‘requirements’ waren, en dat een paspoort alleen niet genoeg was. We moesten een of ander certificaat van het ministerie van buitenlandse zaken halen, waarop zou moeten staan dat we in Ecuador zijn momenteel. Een visa was niet voldoende. Verder moesten 2 mensen die een bankrekening bij deze specifieke bank hadden, iets liefs over ons schrijven. Maria zag hierin wel een taak weggelegd voor haar man en haar moeder.


Omdat het ministerie een eindje rijden was, besloten we eerst nog een andere bank binnen te lopen om te kijken of het daar makkelijker ging. Maar bij deze tweede bank kreeg je niet eens een rekening als je geen verblijfsvergunning had. Maria stelde voor dan maar gewoon dat eindje te rijden en het te gaan regelen. Heel fijn natuurlijk!
In de binnenstad van Quito was het wel behoorlijk chaotisch; auto’s kwamen van alle kanten en het was heel erg druk ‘want het was vrijdag’. We stonden lang vast voor stoplichten en in tunnels. Maria grapte; ‘you will see; when we arrive there, we will find out that they are only open for this on Monday from 9 to 10’ or something!’ Eric antwoorde; ‘do you think it is allowed to laugh very hard then, there?’


Parkeerplek zoeken was net zo lastig als in Nederland in de binnenstad, met als verschil dat als het je gelukt was een plekje te vinden, er een man uit het niks opdook die dan diende als parkeermeter. Je gaf hem wat geld en hij ‘lette’ op je auto. Deed je dit niet, dan liet hij een wielklem plaatsen.

Bij het ministerie aangekomen bleken we een andere dependance van het ministerie nodig te hebben. Omdat Quito’s binnenstad nog weer 300 meter hoger lag – en we dat wel degelijk voelden in ons lichaam- namen we daar dan ook maar weer de auto voor. Bij het andere ministerie vroegen ze om een kopie van ons paspoort en deze kopie moest in een ‘folder’?!
Maria toog direct naar een nabije copy shop en regelde dit. Teruggekomen in het ministerie, zei een ambtenaar dat dit alleen tot 11 uur s’ochtends afgegeven werd en ondertussen was het 12 uur.
Maria was helemaal gelukkig over haar gelijk; ‘I told you so!’
We besloten dat we nu in elk geval alles er klaar voor hadden om dit maandag dan meteen goed te gaan regelen. Eric kwam er maar niet over uit dat de bank ons geld niet gewoon wilde, dat dit allemaal nodig was.

Op de terugweg namen we een lunch mee met kip (die ik niet at) en allemaal onbekende gerechten. Iets Colombiaans van mais gemaakts, een soort aardappelachtig iets, maar dan lekkerder (yuca), een cakeje en twee verschillende soorten salades met vers sap.

Bij thuiskomst was haar man er ook en aten we met z’n zevenen. De werkster at alleen in de keuken. Het bord wat ik voor haar aan tafel neergezet had, bleef leeg. Er is wel een duidelijk standen verschil…

 

Af en aan hield Eric zich de rest van de dag bezig met auto’s bekijken, met Carlos appen, met de man van Maria praten over auto’s en met slapen.

 

Ik besloot dat er toch wel weer boodschappen gedaan moesten worden, Beer ging mee. Karina, de gids/taxichauffeuse/tolk , had me eergisteren verteld dat ze een groentetuin had en dat haar moeder koeien en kippen had (en een hoop cavia’s, maar daar ben ik nog niet aan toe om die te gaan eten). Dus ik appte haar met de vraag of ik wat van haar groenten kon kopen en of ze ons daarna naar de supermarkt kon brengen.

Ze was er een half uur later met een hele zak groenten uit eigen tuin: ‘organico’ zei ze ‘for you, no charge’. In de supermarkt vroeg ik of ze ook nog wat eieren en melk over had, omdat ik ze liever van haar kocht, dan van de supermarkt. Dat kon, ze kon me meenemen naar haar huis. Vanaf dat moment was ze continue op haar smartphone aan het appen. Later begreep ik dat ze haar man opdracht had gegeven het huis spik en span schoon te maken voor onze komst….

We kregen natuurlijk eten en drinken en eieren en mochten al hun koeien, hun trotse bezit, bewonderen. Ze schaamde zich voor haar kleine huisje en we voelden ons allemaal reuze ongemakkelijk, maar het was zo aandoenlijk en echt…ik had het niet willen missen. Haar verlegen dochtertje van 9 die zich voor moest stellen in het Engels aan ons, het enorme schilderij van Aartsengel Michael aan de muur, de kleine vingerbanaantjes (orito's) die we kregen, alle familie die zich aan ons voorstelde en in de huisjes eromheen woonden, de paraplu die ze boven m’n hoofd houden als het wat miezert….en ondertussen voel je je een rijke Europese trut. Alsof de koningin op bezoek is. Help! Als mensen zo lief zijn, dan wil ik lief terug zijn, en dat alles draagt alleen maar bij tot meer glimlachen tot je kaken pijn doen, meer op je tenen lopen, alles overdreven bewonderen…

 

 

En toch; echt genoten van de dag. Van het vastzitten in het verkeer, van het heen en weer gestuurd worden, van het op m’n tenen lopen, alles.